Bescherm nestkastjes tegen roofdieren

Het broedseizoen is gevaarlijk voor vogels, en veel roofdieren beschouwen eieren, jongen en zelfs broedende volwassen vogels als een verleidelijke, smakelijke maaltijd. Door maatregelen te nemen om vogelhuisjes te beschermen tegen hongerige roofdieren, is het mogelijk om nestelende vogels te helpen hun gezin in veiligheid groot te brengen.

Birdhouse roofdieren

Veel verschillende roofdieren richten zich op nestkastjes voor een gemakkelijke maaltijd. De meest voorkomende boosdoeners zijn:

• Katten
• Slangen
• Wasberen
• Eekhoorns
• Muizen
• Ratten
• Opossums
• Beren
• Chipmunks

Naast deze gewone roofdieren in het vogelhuis, zullen grotere vogels vaak ook andere nestvogels bedreigen. Gaaien, grackles, kraaien, spreeuwen, eksters en andere grote vogels zijn gedeeltelijk avivoor en zullen graag profiteren van eieren en kuikens als een gemakkelijke voedselbron als ze in nestkastjes of nesten kunnen komen.

Maak nestkastjes veilig voor roofdieren

Hoewel het niet mogelijk is om veel aanpassingen aan te brengen om veiligere nestgebieden te creëren voor vogels die in bomen en struiken nestelen, kunnen vogels die holtes nestelen worden geholpen met een breed scala aan tactieken. Vogels die nestelen in nestkastjes zijn onderhevig aan de veiligheid van dat huis, en door huizen beter bestand te maken tegen roofdieren, worden ouders en hun kuikens beter beschermd.

Technieken om vogelhuisjes meer bestand te maken tegen roofdieren zijn onder meer:

• Gatenbegrenzers: Veel roofdieren klauwen of kauwen op de ingangsgaten van vogelhuisjes om de gaten te vergroten voor gemakkelijkere toegang. Een gatenbeperker is een metalen plaat die over het bestaande toegangsgat wordt bevestigd om die vergroting te voorkomen, waardoor alleen vogels van de juiste grootte kunnen binnenkomen. Dit helpt ook te voorkomen dat grotere vogels het huis gebruiken, hetzij als roofdieren, hetzij om de broedplaats toe te eigenen. Gatenbegrenzers zijn ook een uitstekende manier om vogelhuisjes aan te passen om de juiste ingangsopening te hebben voor alleen de gewenste vogelsoorten.
• Buisingangen: een andere manier om het voor roofdieren moeilijker te maken om in een vogelhuisje te komen, is met een langwerpige buis of tunnelingang. Veel vogelsoorten die holtes nestelen vinden een langere ingang niet erg, maar roofdieren missen het extra bereik dat nodig is om door de buis te strekken en brengen de vogels binnenin in gevaar. Een eenvoudig stuk pijp van 2-8 centimeter (5-8 cm) lang dat over het ingangsgat is bevestigd, kan werken, en vogelhuisfabrikanten bieden ook buisingangen die zijn gevormd als holle takken voor esthetische aantrekkingskracht en camouflage.
• Dakmaat: Grote roofdieren zoals eekhoorns, katten en wasberen kunnen op het dak van een vogelhuisje zitten en naar binnen reiken om de nestelende vogels of kuikens aan te vallen. Een langer dak dat 5-15 centimeter voor het huis en 2-8 centimeter aan weerszijden uitsteekt, biedt een ingebouwd schot om het bereik van roofdieren te beperken en te voorkomen dat ze de ingang betreden. Langere, bredere daken bieden ook een betere schaduw en beschutting tegen regen voor het ingangsgat om het huis koeler, droger en comfortabeler te houden voor nestelende vogels.
• Baffles: Roofdieren kunnen gemakkelijk toegang krijgen tot vogelhuisjes door op palen te klimmen of door bomen van boven het huis te naderen. Door indien nodig metalen schotten zowel boven als onder het huis te installeren, wordt het binnendringen van roofdieren tot een minimum beperkt. Metalen schotten zijn moeilijker voor roofdieren om te beklimmen, en het bevestigen van een vogelhuisje aan een metalen paal biedt nog meer bescherming. Als de boom of paal te breed is voor een schot, zal een groot stuk glad metaal dat om de stam is gewikkeld hetzelfde doel dienen om te voorkomen dat roofdieren klimmen.
• Zitstokken verwijderen: Een zitstok op een vogelhuisje is meer dan alleen decoratief, het is gevaarlijk. Vogels hebben geen zitstok nodig om het huis in en uit te gaan, maar een roofdier zal de zitstok gebruiken als een handig houvast om zichzelf te stabiliseren wanneer ze het nest overvallen. Door zitstokken of soortgelijke ornamenten te verwijderen waaraan roofdieren zich kunnen vastklampen, maakt u het voor hen moeilijker om bij vogels of eieren in huis te komen.
• Veilige montage: het correct monteren van een vogelhuis maakt het huis niet alleen aantrekkelijker voor broedende vogels, maar helpt ook het huis te beschermen tegen roofdieren. Een goed gemonteerd huis zal minstens 10-12 meter boven de grond zijn en uit de buurt van gebouwen, bomen of struiken die roofdieren kunnen gebruiken om op het huis te springen. Evenzo, vermijd het plaatsen van een huis in de buurt van een prieel, hek of hekwerk dat roofdieren kunnen gebruiken om dichter bij het huis te klimmen, en vermijd locaties met zware struiken die roofdieren kunnen verbergen.
• Roofdierafweermiddelen: verschillende producten kunnen roofdieren ontmoedigen om een vogelhuisje te naderen. Hete pepersprays of andere producten met sterke geuren en smaken kunnen worden aangebracht rond de ingangen van vogelhuisjes om roofdieren af te schrikken. Gebruik deze producten voor een betere bescherming ook op palen, nabijgelegen planten of het dak van het huis, overal waar roofdieren dicht bij het huis kunnen komen. Zangvogels hebben geen sterke reuk- of smaakzin en laten zich niet afschrikken door de producten, maar roofdieren wel. Zorg er echter voor dat u geen materialen in het huis spuit die kwetsbare jongen kunnen besmetten.

Roofdieren ontmoedigen

Hoewel er veel manieren zijn om een vogelhuisje veiliger te maken, kan het ook helpen om nestvogels te beschermen door het hele gebied minder gastvrij te maken voor roofdieren. Gemakkelijke opties zijn onder meer:

• Snoei struikgewas om extra dekking te verwijderen die jagende roofdieren kan verbergen.
• Kies landschapsarchitectuur met scherpe randen, doornen of sterke geuren om roofdieren te ontmoedigen.
• Verwijder voedsel voor roofdieren, zoals overgebleven vogelzaad of meevallers, zodat ze niet regelmatig in de buurt worden gevoerd.
• Dek de composthopen af en zorg ervoor dat het afval op de juiste manier wordt verwijderd, zodat roofdieren niet worden aangetrokken door gemakkelijke voedselbronnen.
• Onderneem stappen om wilde katten te ontmoedigen en houd katten altijd binnen, uit de buurt van nestelende vogels.
• Raak het huis niet aan om geen geur achter te laten die roofdieren kan aantrekken.
• Maak vogelhuisjes winterklaar, zodat kleine roofdieren het huis niet elke winter voor eigen gebruik opeisen.

Het kan ontmoedigend zijn om een roofdier een vogelhuisje binnen te zien vallen en een gevederde familie uit elkaar te zien scheuren, figuurlijk of letterlijk. Door maatregelen te nemen om vogelhuisjes te beschermen tegen roofdieren, is het echter mogelijk om de risico's waarmee vogels worden geconfronteerd wanneer ze hun intrek nemen, te minimaliseren.